Binck Blocks
Op de Binckhorst Trekvlietzone kavel 1A in Den Haag zal volgend jaar een 115 meter hoge woontoren worden gerealiseerd. VORM won met het plan Binck Blocks de ontwikkeltender en LEVS architecten maakte het ontwerp voor deze innovatieve woontoren samen met Flux landscape architecture die voor de visie op natuurinclusiviteit tekende.
Binck Blocks wordt met een stoer silhouet in de Haagse skyline de entree van de nieuwe stadswijk Binckhorst, een landmark als oriëntatie vanuit de hele stad. Het ontwerp is een gestapeld stukje stad met uiteenlopende woontypologieën die in zes ‘buurten’ zijn geclusterd. Het gebouw heeft een innovatief, creatief en rauw randje en hoge circulaire ambities. Een toren die een duidelijk signaal geeft dat je straks goed en duurzaam kunt wonen in het nu nog vrij monotone bedrijvengebied.
Een toren voor het hele spectrum van stadbewoners
Bij het ontwerp is LEVS uitgegaan van het concept van een verticale, heterogene stad. Het gebouw bevat nieuwe woontypologieën die aansluiten bij de stedelijke groei en transformatie. De stad bestaat uit verschillende buurten, die een veilige en vertrouwde woonomgeving zijn. Mensen leven er samen en kennen elkaar. De straat, het plein, het buurtparkje en de kroeg op de hoek zijn plekken die de buurt een uniek karakter geven, waarmee de bewoners zich identificeren. Een toren wordt vaak een anoniem volume, ongeschikt voor gezinnen, met sociale eentonigheid en gebrek aan typologische variatie. Binck Blocks is anders. Het is een woontoren waarin juist het hele spectrum van stadsbewoners een plek krijgt. Het gebouw wordt in herkenbare ruimtelijke volumes opgedeeld, met in elk volume specifieke collectieve plekken, zoals een dakpark, een speelstraat of stadsbalkon. Zo ontstaan verticale buurten met een grote verscheidenheid van woningtypologieën en een eigen herkenbare identiteit, waardoor het ontwerp verschillende doelgroepen aanspreekt.
Een buurt om te kiezen
Circa dertig woningen per buurt waren het uitgangspunt om de toren in ruimtelijke eenheden onder te verdelen. Daarnaast heeft elke buurt zijn eigen karakter. Deze combinatie zorgt voor hechte en kleinschalige woongemeenschappen. De onderste buurt, de Binckbuurt, verbindt op straatniveau de omgeving met de toren; in de Parkbuurt daarboven is urban farming op het dak van de aangrenzende parkeergarage het centrale thema. In de Duinbuurt, met de markant uitgesneden Duintuin, staat de rust en historie van de Trekvliet in het middelpunt; de Werkbuurt heeft een stadsbalkon met uitzicht op het metropolitane centrum van Den Haag. In de Speelbuurt bepalen gezinnen het beeld. Alle woningen liggen aan de drie lagen hoge binnenstraat waar kinderen buiten kunnen spelen. Bijzonder hier is het hergebruik van bijvoorbeeld de spiltrap uit het gebouw van Sociale Zaken van architect Herman Hertzberger, wiens gedachtengoed zeker inspiratie was voor de collectieve gedachte. Tenslotte bevat de Kroonbuurt lofts met extra verdiepingshoogte en woning-brede puien, metropolitaan wonen pur sang. In de hoogstgelegen Kroon kunnen bewoners elkaar ontmoeten in een collectief dakpark. De toren schept hier, met het uitzicht op Den Haag en de kust, de verbinding met de stad.
Gevel met industriële charme
Speels gestapelde metalen volumes in de kleur menie-rood typeren de toren en verwijzen naar de stalen bedrijfsgebouwen langs de Haagse Trekvliet. LEVS heeft voor alle gevels één modulair systeem ontworpen met een rationeel grid van aluminiumprofielen. De invulling met glas en bronzen zonne- dan wel aluminiumpanelen verschilt per buurt als gevolg van telkens een andere woningtypologie waardoor de verschillende buurten van buitenaf herkenbaar zijn. Een metropolitaanse woonkwaliteit vertaalt zich in glas tot op de vloer. De overgang tussen de buurten wordt benadrukt door een verdubbeling van de profielen en het verspringen van de volumes, waardoor een dynamisch gebouw ontstaat met happen en gaten. De overstekken worden opgevangen met expressieve constructieve elementen. Op maaiveldniveau zetten robuuste schuine staalprofielen de toren op de grond. Hier heeft de toren een commerciële invulling met een blurring zone waar bewoners en buurt elkaar kunnen ontmoeten. De plint is uitnodigend transparant en versmelt de toren met de omgeving, zowel architectonisch als programmatisch.
De gehele gevel is demontabel en daardoor voorbereid op een circulaire toekomst. Een slim detail zijn de reflectorstrips op de kroon en tussen elke buurt. Ze weerkaatsen het maanlicht of dat van de zon, met een mooi effect net voor zonsop- of na zonsondergang, en dat geheel zonder stroomverbruik.
Binck Blocks als biodiversiteits-hub
Door natuur te benaderen in natuurlijke symbiose met de stad ontstaan kansen voor een nieuwe inrichting, waarin ecologische kringlopen worden gevormd. Deze kansen worden in Binck Blocks benut door in de collectieve ruimtes, gevels en balkons ruimte voor flora en fauna te bieden. Hierdoor wordt de natuur letterlijk het gebouw ingetrokken. Een aspect in het natuurinclusieve ontwerp is ‘het landschap als machine’. Zo wordt in het gebouw regenwater opgevangen en gebruikt om het groen te onderhouden. Het groen verbetert ook de luchtkwaliteit en verlaagt de hittestress in de zomer. Voor de biodiversiteit wordt het gebouw als een ecosysteem beschouwd. Vogels, vlinders en insecten nestelen zich in groene schuilplekken tot een hoogte van maximaal vijftig meter. Voor ‘hoogtespecialisten’ zoals de gierzwaluw slaat begroeiing in vorm van ‘stapstenen’ een brug naar boven. Zo maar een groene gevel op 100 meter levert wat natuurinclusiviteit betreft niet veel op. Echter, een strategisch ontwerp van dit verticale landschap maakt van de toren een biodiversiteits-hub in de stedelijke groenstructuur, een groene spil in een verder nog weinig groene omgeving.
Oplevering | 2020 |
Projectteam | W/E adviseurs, Van Rossum, Linssen, DPA Cauberg-Huygen, Bureau Stadsnatuur |
Opdrachtgever | VORM |